Categoriearchief: Boekbespreking

In deze categorie vindt u boekbesprekingen (recensies) van nieuwe en oude prentenboeken.

De kleine walvis

Titel: de Kleine Walvis
Auteur : Benji Davies
Illustrator: Benji Davies
Uitgever: Luitingh-Sijthoff
Oorspronkelijke uitgave: “The Storm Whale”, Henry Holt and Co, 2014
Vertaling: Edward van de Vendel
32 pagina’s

De Kleine Walvis was het prentenboek van het jaar in 2017 en er zijn inmiddels meer dan 100.000 Nederlandstalige exemplaren verkocht. De Kleine Walvis was het eerste prentenboek dat Benji Davies zowel illustreerde en de tekst schreef. Davies, van oorsprong een illustrator en animatieregisseur, baseerde zijn prentenboek op een korte animatiefilm die hij al had gemaakt.

In de Kleine Walvis komen de thema’s eenzaamheid, afscheid nemen en vriendschap op een mooie manier aan bod voor kinderen ouder dan 4 jaar. De sferische illustraties ondersteunen deze thema’s en vertellen het verhaal, waarbij de tekst vooral ondersteunend is. De details in de illustraties zorgen tevens dat er veel te zien is en nodigen uit om langer te kijken en vaker te lezen…

Spread uit "De kleine walvis", Benji Davies, 2014, Luitingh-Sijthoff
Spread uit “De kleine walvis”, Benji Davies, 2014, Luitingh-Sijthoff

Het verhaal van De Kleine Walvis

Boy woont met zijn vader en zes katten aan zee.
Zijn vader gaat hele dagen vissen.
Als het op een nacht gestormd heeft gaat Boy naar strand om te kijken of er wat achtergebleven is.
Dan ziet hij een aangespoelde kleine walvis.
Hij redt de walvis door hem thuis in de badkuip te (ver)stoppen.
Boy vertelt verhalen aan de walvis en brengt hem eten.
Als zijn vader de walvis ontdekt, wordt hij niet boos.
Hij snapt dat Boy zich soms eenzaam voelt.
Maar, de walvis kan niet blijven.
Samen brengen ze hem terug naar zee.
Boy denkt nog vaak terug aan de walvis.
Als hij op een dag met zijn vader gaat picknicken in de duinen, dan zien ze twee walvisstaarten in de zee…

Illustratie uit "De kleine walvis", Benji Davies, 2014, Luitingh-Sijthoff
Illustratie uit “De kleine walvis”, Benji Davies, 2014, Luitingh-Sijthoff

Inmiddels is ook de opvolger van De kleine walvis verschenen: “De kleine walvis in de winter”.

Rupsje Nooitgenoeg

Titel: Rupsje Nooitgenoeg
Auteur : Eric Carle (1929)
Illustrator: Eric Carle
Uitgever Gottmer, 969
Oorspronkelijke uitgave: “The Very Hungry Caterpillar”, World Publishing Company, 1969
32 blz.
Formaat: er bestaan diverse formaten en uitgaven.

Wie kent Rupsje Nooitgenoeg niet? Het wereldberoemde verhaal van Eric Carle is in meer dan 50 talen verschenen en er zijn al meer dan 30 miljoen exemplaren van verkocht. Het maakte van Carle een rijk en beroemd persoon. Carle die inmiddels ook zijn eigen museum heeft gewijd aan …. prentenboeken ( Eric Carle Museum of Picture Book Art)

Deze tijdloze klassieker zal nog door vele generaties kinderen worden gelezen. De eenvoudige herhalende tekst maakt het voor kinderen ook een geschikt eerste leesboek. Het verhaal spreekt natuurlijk aan, maar het zijn waarschijnlijk de kleurrijke  illustraties die dit boek een succes maakten. Carle ontwikkelde een collage techniek stijl die toen en tot op heden niet geëvenaard is. Voeg daarbij het originele interactieve element van de gaatjes die de rups “in het  boek” knaagt en je snapt waarom dit boek nog steeds een bestseller is.

Ook op peuter- en kleuterscholen is dit een populair boekje. Er zitten ook verschillende elementen in Rupsje Nooitgenoeg die gebruikt kunnen worden als lesmateriaal. Leren tellen, de dagen van de week, het begrip dag en nacht, verschillende soorten fruit en natuurlijk de cyclus eitje – rups – cocon – vlinder.

Pagina uit Rupsje Nooitgenoeg, Eric Carle, 1969, Gottmer
Pagina uit Rupsje Nooitgenoeg, Eric Carle, 1969, Gottmer
Het verhaal van Rupsje Nooitgenoeg

Het verhaal begint in de nacht. Er ligt een klein eitje op een blad. Als de zon opkomt op een zondagmorgen kruipt er een hongerige rood-groene rups uit het eitje. Hij gaat op pad om eten te zoeken. Op maandag eet hij dwars door een appel, op dinsdag 2 peren, op woensdag 3 pruimen, op donderdag 4 aardbeien en op vrijdag 5 sinaasappels. De gaatjes die het rupsje maakt zitten echt in de bladzijde. Hij eet zich als het ware door het boek heen. Na deze fruithap heeft hij nog niet genoeg! Op zaterdag eet hij nog meer (aparte) dingen zoals een plak kaas, een stuk salami en een lolly.

Die avond heeft buikpijn van al dat eten. Hij gaat rustig op een blad liggen en valt in slaap. De volgende dag eet hij een groen blaadje en voelt hij zich een stuk beter. Dan heeft hij geen honger meer. Het is een grote volwassen rups geworden. Hij maakt vervolgens een huisje voor zichzelf (cocon). Na twee weken komt hij uit de cocon als… prachtige mooie vlinder.

Prachtige animatie van Rupsje Nooitgenoeg door Illuminated Films:

Wat moet je doen met een idee?

Titel: Wat moet je doen met een idee?
Auteur: Kobi Yamada
Illustrator: Mae Besom
Uitgever Nederland: Paolo (label Aldo Manuzio), 2017
Vertaling: Lourens van Veluw
Oorspronkelijke uitgave: “What do you do with an idea?”; Compendium Inc, 2014
36 pagina’s
Bekroningen: Gouden medaille Independent Publishers Award, de Washington State Book Award en de Moonbeam Children’s Book Award.

Illustratie uit "Wat moet je doen met een idee?"
Illustratie uit “Wat moet je doen met een idee?”

Dat uitgeverij Aldo Manuzio (voorheen Brevier) een neusje heeft voor bijzondere prentenboeken bleek al eerder uit bijvoorbeeld de uitgave van de boeken van Aaron Becker. Nu hebben ze weer een juweeltje te pakken met het door Kobi Yamada geschreven prentenboek “Wat moet je doen met een idee”? Nou een mooi prentenboek maken in ieder geval! Het boek kreeg lovende recensies in het buitenland en was maanden een New York Times bestseller.

Wat moet je doen met een idee is een geslaagd filosofisch prentenboek voor kinderen ouder dan 5 jaar. Het laat kinderen zien dat ze een ideeën of dromen niet moeten loslaten, kunnen laten rijpen en niet bang moeten zijn wat anderen er van vinden. Zeker niet als ze hun/de wereld een stukje mooier kunnen maken…  De prachtige magisch realistische illustraties van Mae Besom passen heel goed bij dit verhaal. Naar mate “het idee” vorm krijgt komt er ook steeds meer kleur in de illustraties.

Het verhaal “Wat moet je doen met een idee?”

Op een dag krijgt het jongetje (of meisje) een idee. Het begrip ” idee ” wordt gesymboliseerd door een gouden ei met een een kroontje. Eerst weet het jongetje niet goed wat hij aan moet met het idee, maar het idee achtervolgd hem (het ei loopt letterlijk achter het jongetje aan). Hij gaart bij anderen ten rade, maar die vinden het idee maar niks. Het kindje probeert afstand te nemen van het idee, maar het blijft in zijn hoofd zitten. Ze worden zelfs vrienden en langzaam komt het idee tot “leven”. En dan… ziet de wereld er heel anders uit…

Pagina uit "Wat moet je doen met een idee?", Auteur: Kobi Yamada Illustrator: Mae Besom, Uitgever Nederland: Aldo Manuzio), 2017
Pagina uit “Wat moet je doen met een idee?”,  Kobi Yamada; Illustrator: Mae Besom ; Aldo Manuzio, 2017

Er is inmiddels ook een vervolg gemaakt: “What do you do with a problem?”. Hopelijk wordt dit prentenboek ook in het Nederlands uitgegeven.

Ssst! De tijger slaapt

Titel: Ssst! De tijger slaapt
Auteur en illustrator: Britta Teckentrup
Uitgever Nederland: Gottmer, 2016
Vertaling: J.H. Gever
Oorspronkelijke uitgave: “Don’t Wake Up Tiger”; Nosy Crow, 2016
32 pagina’s
Bekroningen: Prentenboek van het jaar 2018.

Het prentenboek “Ssst! De tijger slaapt” van de Duitse schrijfster en illustrator Britta Teckentrup is verkozen tot prentenboek van het jaar 2018. Het boek zal samen met nog negen andere prentenboeken centraal staan tijdens De Nationale Voorleesdagen van 2018. Deze worden gehouden van woensdag 24 januari tot en met zaterdag 3 februari 2018.

SSst! De tijger slaapt is verkozen als prentenboek van het jaar 2018
Ssst! De tijger slaapt is verkozen als prentenboek van het jaar 2018

Ssst! De tijger slaapt is een vrolijk prentenboek voor kinderen tussen de 2 en 5 jaar oud. De illustraties zijn groot en kleurrijk en glanzend en passen heel goed bij deze doelgroep. Het verhaal is eenvoudig en leest goed weg. De lezer wordt daarbij ook nog actief betrokken bij het verhaal (“aai maar over de neus van de tijger”). De typografie is hierbij erg goed gekozen, met vetgedrukte woorden en zinnen om extra klemtoon op te leggen. Ook de plaatsing van woorden schuin of verrassend over het blad draagt bij aan de speelsheid van dit prentenboek.

Het verhaal: Ssst! De tijger slaapt

Ooievaar, vos, muis, kikker en schildpad zien dat tijger in diepe slaap is. Ooievaar heeft ook nog eens 4 glanzende ballonnen vast. Ze willen langs de tijger, maar ze weten niet hoe ze dat moeten doen zonder tijger wakker te maken. Kikker heeft een slim idee! Hij gebruikt een ballon om over tijger te zweven.  Dan gaat vos met de ballon. Hij is echter wat zwaar en dreigt op tijger terecht te komen. “Help je mee blazen?”. Daarna gaan schildpad en muis met de ballon over tijger heen. En tijger dreigt weer bijna wakker te worden. Muis valt zelfs op de kop van tijger. Zo wordt de spanning goed opgebouwd.

Als laatste is ooievaar aan de beurt. Hij heeft geen ballon nodig, want hij heeft lange poten om over tijger heen te stappen. Maar pas op die ballon ooievaar! Te laat. Met zijn snavel prikt hij de ballon lek. PANG! Tijger schrikt wakker… en wat blijkt. Tijger is jarig! Zing je mee?

illustratie uit Ssst! tijger slaapt
illustratie uit Ssst! tijger slaapt, Britta Teckentrup, 2016, Gottmer

Website van Britta Teckentrup

Wij gaan op berenjacht

Titel: Wij gaan op berenjacht
Auteur: Michael Rosen
Illustrator: Helen Oxenbury
Vertaling: Ernst van Altena
Uitgever Nederland: Gottmer, 1989
Oorspronkelijke uitgave: “We’re Going on a Bear Hunt”, Walker Books, 1988
Formaat: divers ; 40 pagina’s
Bekroningen: Nestlé Smarties Book Prize 1989.

Het prentenboek “Wij gaan op berenjacht” van auteur Helen Oxenbury en illustrator Michael Rosen mag inmiddels een klassieker genoemd worden. Voor het eerst uitgegeven in Nederland in 1989 en al vele herdrukken verder heeft het boek ook weinig in kracht ingeboet. Het prentenboek leent zich prima om voorgelezen te worden (alleen of in een groep). Kinderen zullen de herhaling in tekst en geluiden (zoals Zwieperdezwiep! en Plenserdeplons!) leuk en prettig vinden. Vooral als ze een beetje spannend gebracht worden. Grote kans dat ze zelf mee gaan doen. Hoe je “Wij gaan op berenjacht” spannend voorleest? Bekijk onderstaande (Engelstalige) video van illustrator Michael Rosen eens.. Hilarisch!

Het boek prikkelt ook de fantasie. In eerste instantie is het avontuur van de kinderen herkenbaar en wordt de spanning langzaam opgebouwd. Dan komen ze daadwerkelijk oog in oog te staan met de beer en moeten ze maken dat ze wegkomen. Niet alleen de tekst maar ook de fraaie waterverf illustraties van Oxenbury prikkelen de fantasie en verbeelden het avontuur en landschappen op een prachtige manier. De illustraties zijn zowel in zwart-wit als in kleur. Naarmate het verhaal vordert worden de kleuren intenser en donkerder, waardoor de spanning wordt opgebouwd.

Het verhaal van “Wij gaan op berenjacht”

“Wij gaan op berenjacht,
wij gaan op berenjacht.
We gaan een hele grote vangen.
Wat een prachtige dag!
Wij zijn niet bang.”

Zo begint het boek, vijf kinderen en een hond gaan op avontuur. Zogenaamd op berenjacht. Onderweg komen zij verschillende hindernissen tegen. Lang gras, een koude diepe rivier, dikke modder, een donker bos, een sneeuwstorm, een steile berg. Dan komen ze bij een donkere grot… en daar ontmoeten ze daadwerkelijk een beer! Verschrikt vluchten ze grot uit en rennen ze dezelfde weg terug (met bijbehorende geluidseffecten). Eenmaal thuis rennen ze gauw naar boven en kruipen ze onder de dekens in het bed…

Illustratie uit "Wij gaan op berenjacht",
Illustratie uit “Wij gaan op berenjacht”, Helen Oxenbury, Auteur Michael Rosen, Gottmer 1989
Leuke weetjes:
  • De uitgever, Walker Books, vierden het 25-jarig jubileum van het boek in 2014 door het breken van een Guinness World Record voor de “Grootste Voorleessessie ‘, door auteur Rosen, voor 1.500 kinderen en 30.000 online.
  • Vaak worden de vijf kinderen gezien als vier kinderen en de vader. De vijf zijn echter gebaseerd op de vijf kinderen van de auteur Helen Oxenbury.
  • Het verhaal is gebaseerd op een volksliedje (vooral populair in Amerika op kampen).
  • Bekijk een interview met auteur en illustrator.
  • Het boek is ook verkrijgbaar met geluidsknoppen en als app in de appstore.

 

De wereld van de Gorgels

Titel: De wereld van de Gorgels
Auteur : Jochem Myer
Illustrator: Rick de Haas
Uitgever: Leopold, 2016
Formaat: 338x251mm; 32 pagina’s

Joebelabambam! En daar was het prentenboek over de Gorgels! Of niet, of wel? Want is het eigenlijk wel een prentenboek? Het zit eigenlijk een beetje tussen een kinderboek en een prentenboek in. Het verhaal is vrij lang voor een prentenboek, maar weer niet zo lang als het kinderboek “De Gorgels” uit 2015. Je moet er in ieder geval even goed voor gaan zitten. En dat is het zeker ook waard. Het is een leuk avontuur en wie bekend is met de cabaretier Myer zal zeker zijn enthousiaste en aanstekelijke manier van vertellen herkennen in het verhaal.

De wereld van de Gorgels, Jochem Myer, Illustraties Rick de Haas, Leopold 2016
De wereld van de Gorgels, Jochem Myer, Illustraties Rick de Haas, Leopold 2016

De veelal paginagrote illustraties van Rick de Haas vullen het verhaal prima aan. De aandoenlijke  wereld van de Gorgels wordt met veel liefde en detail geïllustreerd.

Het verhaal van de wereld van de Gorgels
Illustratie van Rick de Haas uit De wereld van de Gorgels.
Illustratie van Rick de Haas uit De wereld van de Gorgels.

Voor wie nog niet weet wat een Gorgel of een Brutelaar is. Kijk eens op de Gorgelwebsite!

“Gorgels wonen op een eiland, in hun goed verstopte holletjes onder de grond. Ze zoeken bramen en Gorgelbessen in de duinen terwijl de kleine Gorgels op het strand spelen.”

het verhaal begint met de geboorte van de Gorgel Bobba. Als hij groter wordt mag hij (’s nachts) naar school om opgeleid te worden tot een “Waakgorgel”. Tijdens zijn opleiding leert hij alles over Mensenkinderen en Brutelaars. Hij wordt getraind om een Mensenkind te beschermen tegen de gemene Brutelaars.

Wanneer Bobba groot en sterk genoeg is, krijgt hij een foto van het Mensenkind over wie hij zal gaan waken. Een jongetje met krullen en superogen… Melle!

Bobba trekt in bij Melle en beschermt hem tegen de Brutelaars. Daardoor is Melle minder verkouden dan de andere kinderen uit zijn klas 🙂

De wereld van de Gorgels is eigenlijk de voorloper van het boek de Gorgels uit 2015. In dit boek ontdekt het jongetje Melle zijn Gorgel “Bobba” en beleeft met hem een spannend avontuur.

Slaap maar fijn, bouwterrein

Titel: Slaap maar fijn, bouwterrein
Auteur : Sherri Duskey Rinker
Illustrator: Tom Lichtenheld
Vertaling: Edward van de Vendel
Uitgever Nederland: Moon, 2016
Oorspronkelijke uitgave: “Goodnight, goodnight construction site”, Chronicle Books, 2011
40 pagina’s
Formaat: 250×245 mm.


Goodnight, goodnight construction site staat al jaren in de bestsellers lijst van de New York Times in de categorie prentenboeken. Er zijn wereldwijd al meer dan 1 miljoen exemplaren verkocht van dit stoere prentenboek.  Uitgeverij Moon (een imprint van Overamstel uitgevers) heeft het boek nu in het Nederlands uitgegeven onder de titel “Slaap maar fijn, bouwterrein”. De vertaling en rijm is uitstekend gedaan door Edward van de Vendel. Het verhaal leest heerlijk voor.

“Slaap maar fijn, bouwterrein” is een stoer, maar tegelijkertijd ook schattig prentenboek. Het gaat over grote bouwtrucks, maar die gaan na gedane arbeid tevreden slapen (eentje zelfs met teddybeer). De wagens zien er aandoenlijk uit. Een beetje in de stijl van “Bob de Bouwer”. Een ideaal prentenboek voor het slapengaan voor jongens (en meisjes!) tot vier jaar die van bouwen en vrachtauto’s houden.  Zelfs de warme prachtige paginagrootte illustraties van Lichtenheld gemaakt met pastelolie stralen rust  uit. Welk kind gaat hier nou niet van slapen…

Pagina uit "Slaap maar fijn, bouwterrein", Sherri Duskey Rinker, Tom Lichtenheld, Uitgeverij Moon, 2016
Pagina uit “Slaap maar fijn, bouwterrein”, Sherri Duskey Rinker, Tom Lichtenheld, Uitgeverij Moon, 2016
Het verhaal van Slaap maar fijn, bouwterrein

De sterke trucks zijn hard aan het werk op het bouwterrein. Dan gaat de zon onder.

“De dag is om, de dag is klaar. Het wordt al avond. Stoppen maar! De trucks hebben hun best gedaan – nu mogen ze naar bed toe gaan. Morgen maar weer verder bouwen, gaten graven, stenen sjouwen.”

We zien achtereenvolgens de trucks van de eerste plaat (een kraanauto, een cementmolen, een kiepwagen, een bulldozer en een graafmachine) nog even in actie en dan gaan ze slapen…. tot het helemaal stil is op het bouwterrein.

Pagina uit "Slaap maar fijn, bouwterrein", Sherri Duskey Rinker, Tom Lichtenheld, Uitgeverij Moon, 2016
Pagina uit “Slaap maar fijn, bouwterrein”, Sherri Duskey Rinker, Tom Lichtenheld, Uitgeverij Moon, 2016

Het is vrij uitzonderlijk, maar het is Sherri Duskey Rinker gelukt om een met haar debuut een bestseller te schrijven. Gelukkig durfde Chronicle Books het aan om een debuterend schrijver een kans te geven. In dit interview (Engelstalig) gaat ze in op hoe het zo ver is gekomen.

Bij de neus genomen

Titel: Bij de neus genomen
Auteur en illustrator: Loes Riphagen
Uitgever Nederland: Uitgeverij De Fontein, 2015;
48 pagina’s.

“Bij de neus genomen”, het nieuwe prentenboek van Loes Riphagen is een echt kunstwerk geworden. Het is qua vormgeving één van de meest originele prentenboeken die ooit gemaakt zijn. De kaft en de eerste pagina’s van het boek vormen aparte lagen met uitsneden waar de lezer “doorheen” kan kijken. Je ziet vanaf de kaft al diertjes en bladeren die pas bladzijden verder tevoorschijn komen. Zo ontstaat een prachtig gelaagd collage effect. Het leuke is dat dit “3D-effect” ook de andere kant op werkt als je de bladzijden omslaat. Een concessie die hiermee wel gedaan is, betreft de stevigheid van de bladzijden. Het boek zit goed in elkaar, maar sommige uitsneden zijn zo fijn dat ze niet echt peuter-proof zijn. Oppassen dus met grijpgrage handjes!

De illustraties zijn zoals we van Loes Riphagen gewend zijn. Speels, humoristisch en soms met priegelige details. Er valt van alles te ontdekken. Het kleurgebruik is in het begin van het verhaal overwegend zwart-wit, met kleine kleuraccenten. Dit werkt erg goed samen met de gelaagdheid en zet het verhaal extra kracht bij. Wanneer het verhaal zijn climax nadert spatten de kleuren van de pagina’s af.

Illustratie uit "Bij de neus genomen", Loes Riphagen, De Fontein, 2015
Illustratie uit “Bij de neus genomen”, Loes Riphagen, De Fontein, 2015

Het is geen wonder dat Riphagen bijna een jaar aan dit boek gewerkt heeft. Het moet een enorme klus zijn geweest om alle beeldelementen uit te knippen, te scannen, in te kleuren en zo te ordenen dat het op iedere pagina (en die erachter) ook allemaal klopte. Naast het werk van Riphagen is dit natuurlijk ook qua drukwerk geen goedkope druk. Dit zie je ook wel terug in de prijs, die met €22,99 aan de hoge kant is voor een prentenboek. Maar voor een kunstwerk…? Je krijgt er trouwens ook nog een gratis app bij!

In de onderstaande video krijg je een indruk van hoe bij  de  neus genomen tot stand is gekomen.

Het verhaal: bij de neus genomen

Riphagen heeft een vrije bewerking gemaakt van een kort verhaal van Rudyard Kipling, de Britse auteur van onder meer “The Jungle Book”. In een tijd waar olifanten nog een korte slurf hebben gaat een jonge olifant op onderzoek uit. Hij stelt aan verschillende dieren nieuwsgierige vragen. Dat gaat goed totdat hij zijn korte neus in de zaken van de krokodil steekt. Die bijt hem in zijn slurf en laat niet los. De andere dieren beginnen hard aan het olifantje te trekken waardoor de slurf langer en langer wordt. Om het uitrekken van de olifantenslurf extra aandacht te geven is er gekozen voor een dubbele uitklap-pagina.

Als de krokodil uiteindelijk loslaat heeft de olifant een lange slurf. Hij weet niet goed wat hij aan moet met zo een lange slurf en voelt zich “bij de neus genomen”. Totdat hij erachter komt dat een lange slurf ook wel veel voordelen biedt. Zo kan nu onderwater zwemmen, vruchtjes uit de bomen plukken en heel hard toeteren. Dat is ook bij de rest van de kudde olifanten niet onopgemerkt gebleven…

Lees ook eens het interview met Loes Riphagen.

In de winkel van Prentenboek.nl kun je originele illustraties van Loes Riphagen kopen!

Oei een vlek

Auteur: Milja Praagman
Illustrator: Milja Praagman
Uitgever: Leopold, 2015
Vormgeving: Studio Bos
32 pagina’s.

“Oei! een vlek” is het nieuwe prentenboek van Milja Praagman.  Het is al weer het twintigste prentenboek van Praagman als auteur en illustrator. Ze is daarmee een van de meest productieve prentenboek maaksters van de afgelopen jaren. Het lukt Praagman iedere keer om herkenbare en komische taferelen uit de kindertijd treffend te verwoorden en te verbeelden. Dat is met “Oei een vlek” ook weer gelukt.

Iedere ouder kent het wel. Je kind heeft net een nieuwe trui, broekje of jurkje aan (het liefst een witte…) en ja hoor, bij het eten gaat het mis. De beker chocomelk, de boterham met pasta of dat lekkere ijsje maakt een grote vlek op de nieuwe aanwinst. Vol verbazing kijkt je koter naar je. Hoe kan dat nou? Dit vormde voor Milja Praagman de aanleiding om “Oei een vlek” te maken.

Het is een grappig en vertederend prentenboek in een fijn formaat, met een prachtige illustratie op de harde omslag. De kleurrijke illustraties, gemaakt met plakkaatverf en fluorstiften, zijn steeds verdeeld over twee pagina’s. De hoofdrolspelers zijn dit keer aapjes, wat goed past bij het thema.

Illustratie uit Oei een Vlek
Illustratie uit Oei een Vlek, Milja Praagman, 2015, Leopold
Het verhaal van Oei een vlek

Mama Aap heeft drie nieuwe witte truien gekocht. Voor haarzelf, voor Papa Aap en voor Kleine Aap. “Wees voorzichtig” en “Hou hem netjes”, zegt ze nog… Terwijl Mama Aap jam gaat maken van rozebessen, snoepen Kleine Aap en Papa Aap alvast van de bessen. En jahoor…. Allebei een hebben ze ineens een grote roze vlek op hun nieuwe trui. Vervolgens proberen ze op allerlei manieren de vlek er uit te krijgen. Ze rollen door het gras, ze stappen door de blubber-wei en slingeren door de bomen. Maar de vlek gaat er niet uit. Sterker nog, er komen alleen maar meer vlekken bij. Om het goed te maken besluiten ze om nieuwe bessen voor mama te plukken. Als ze thuiskomen springt de ongerust geworden Mama Aap ze in de armen. Met als gevolg….

Lees meer over Milja Praagman en haar boeken op haar eigen website.

Originele illustraties van Milja Praagman vind je in de illustratiewinkel van prentenboek.nl!

Kleine blauwe truck

Auteur: Alice Schertle
Illustrator: Jill McElmurry
Vertaling: Bette Westera
Uitgever Nederland: Gottmer, 2015
Oorspronkelijke uitgave: Houghton Mifflin Harcourt, 2008
40 pagina’s.

Toet Toet, daar is de kleine blauwe truck! Het heeft even geduurd, maar het schattige vrachtautootje is in Nederland aangekomen. Het prentenboek is al jaren een bestseller in Amerika en is nu door Gottmer uitgegeven in Nederland. Bette Westera heeft het verhaal van Alice Schertle op een leuke manier vertaald en kundig op rijm gezet.

Kleine Blauwe Truck is een “veilig” prentenboek dat kinderen tot vier jaar zou kunnen aanspreken. Het verhaal, de tekeningen, de geluiden en de tekst, het is allemaal netjes, schattig en braaf. Het verhaal heeft ook een duidelijke moraal: vrienden zijn belangrijk en help elkaar…Echt heel spannend wordt het niet. Dat hoeft natuurlijk ook niet. Peuters die van (vracht)auto’s en boerderijdieren houden, zullen dit een leuk boekje vinden. De illustraties van Jill McElmurry zijn ook heel komisch om naar te kijken. Er is van alles te zien op de grote gekleurde gouache tekeningen. De typografie is erg goed gekozen en zorgt er voor dat je de geluiden allemaal extra benadrukt. Het is wel een vrij lang verhaal om elke avond voor te lezen. Je bent dus gewaarschuwd…want het zou zo maar een nieuwe voorleestopper kunnen worden.

Kleine blauwe truck, Alice Schertle & Jill McElmurry (ill.)
Kleine blauwe truck, Alice Schertle & Jill McElmurry (ill.), Gottmer, 2015
Het verhaal van de kleine blauwe truck

Kleine blauwe truck gaat een stukje rijden op de boerderij. Onderweg komt hij bekende boerderijdieren tegen zoals de koe, de geit, de kip, het schaap en het paard. Alle dieren maken hun geluid als groet (Boe-hoe loeit Klaartje koe) en kleine blauwe truck groet hen terug. Dan sjeest plotseling een grote opschepperige gele truck langs. Deze gele vrachtauto vliegt echter uit de bocht en komt vast te zitten in een modderplas. In eerste instantie wil niemand hem helpen om eruit te komen, maar dan…. komt de kleine blauwe truck aangereden. Helaas komt die ook vast te zitten. Wanneer hij om hulp toetert komen de dieren allemaal helpen. Ze duwen samen de vrachtato’s uit de modderplas. De grote gele truck is iedereen dankbaar en heeft een wijze les geleerd….