Alle berichten van admin

Prentenboek van het jaar 2023

Maximiliaan Modderman geeft een feestje” is verkozen tot het prentenboek van het jaar 2023. Het prentenboek is  geschreven door Joukje Akveld en geïllustreerd door Jan Jutte. Het boek is in 2021 uitgegeven door Lannoo.

Maximiliaan Modderman is alleen thuis en organiseert een feest voor zijn speelgoedbeesten. Met taart! Het wordt een wild feest. En een vies feest. Wat zullen mama en papa zeggen als ze thuiskomen? Een uitbundig en herkenbaar verhaal voor alle kinderen die er weleens een puinhoop van maken.

Lees meer over het prentenboek van het jaar 2023 en de Nationale Voorleesdagen.

prentenboek van het jaar 2023 top10
prentenboek van het jaar 2023 top10
Prentenboek Top Tien 2023

Zoals gebruikelijk hebben de jeugdbibliothecarissen nog negen andere prentenboeken gekozen die samen de prentenboek top tien voor 2023 vormen. In deze top tien staan zeven prentenboeken van Nederlandstalige schrijvers en illustratoren (hieronder cursief aangegeven)!

De Prentenboek Top Tien voor De Nationale Voorleesdagen 2023 (in alfabetische volgorde):

  • BORA Kiekeboe! – Deborah van de Leijgraaf (auteur en illustrator)
  • Brave hond! Stoute kat! – Bette Westera (auteur) en Mies van Hout (illustrator)
  • De bijzondere beer – Tjibbe Veldkamp (auteur) en Marijke ten Cate (illustrator)
  • De eend die niet van water hield – Steve Small (auteur en illustrator)
  • Een zee van liefde – Pieter Gaudesaboos (auteur en illustrator)
  • Ik ben Pippi niet! – Yvonne Jagtenberg (auteur en illustrator)
  • Kom, we gaan een boek lezen – Susanne Strasser (auteur en illustrator)
  • Maximiliaan Modderman geeft een feestje – Joukje Akveld (auteur) en Jan Jutte (illustrator)
  • Nee! zei Konijn – Marjoke Henrichs (auteur en illustrator)
  • Wat zegt de kleine krokodil op de crèche? – Eva Montanari (auteur en illustrator)

Deze prentenboeken staan centraal tijdens De Nationale Voorleesdagen van 2023. Deze worden gehouden van woensdag 24 januari tot en met zaterdag  4 februari 2023 en start traditiegetrouw met Het Nationaal Voorleesontbijt.

Bekijk ook eens alle prentenboeken van het jaar vanaf 2004 en de prentenboek top 10 vanaf 2010!

Interview Noëlle Smit

Dag Noëlle Smit, welke plek hebben prentenboeken in jouw oeuvre?
Noëlle Smit
Noëlle Smit

Ik kan wel zeggen dat het de hoofdmoot is van al mijn werk door de jaren heen. Waarom? Ik heb geen idee. Terwijl ik het heerlijk vind om losse verhalen, versjes, liedjes en gedichten te voorzien van tekeningen.

Ik vind het fijn werken om telkens weer een nieuwe scene te bedenken, een nieuw uitgangspunt, een ander ‘grondplan’ neerleggen met andere personages in de hoofdrol.

Maar het overgrote gedeelte van mijn werk bestaat uit prentenboeken waarin het gekozen concept leidend is en doorgezet wordt doorheen het hele boek. Het is gewoon zo gelopen denk ik.

Je illustreert ook de boeken van Annie M.G. Schmidt. Dat lijkt me een grote uitdaging?

Het is altijd leuk om weer een verhaal, versje of gedicht van Annie M.G.Schmidt te mogen illustreren. De eerste keer dat ik gevraagd werd, vond ik het heel erg spannend. Het waren de liedjes die ze samen maakte met Harry Bannink. De opdracht kwam van het Concertgebouw in samenwerking met een uitgever. Dan ligt er wel iets op je schouders en dat kan verlammend werken. Maar de teksten zijn zo geweldig, speels en soms vinnig dat de ideeën voor de tekeningen al snel kwamen.  Ik kon de illustraties die er al waren vergeten en mijn eigen pad maken.

Hoe ga je te werk bij het illustreren van een prentenboek?

Het begint met een eigen idee of een aangeleverd manuscript. En ieder idee of verhaal verlangt een andere oplossing. Bijvoorbeeld, toen ik het manuscript van “Vuilnisvarkens Job & Bob” kreeg van Tjibbe Veldkamp  ben ik eerst de karakters vorm gaan geven. Die dragen het verhaal. Daarna zijn de uitgever en ik gaan bedenken waar het verhaal zich af moest gaan spelen. In de stad of op een dorp? Daarna deed het probleem zich voor dat wanneer de prenten het verhaal volgde, de tekeningen nogal vol werden. Je hebt namelijk de karakters, de omgeving, de actie en reactie die het verhaal vormen en al het vuilnis dat telkens in en uit de wagen wordt gekiept.

Het verhaal moest helder blijven. Je tekent ten slotte voor kleine kinderen die het moeten kunnen volgen. Zo is de stijl ontstaan zoals die nu is. Een lineaire achtergrond. De stad als lijntekening met daarop alles wat het verhaal ‘draagt’. Dus de figuren, vuilniskar e.d. rijk geïllustreerd. Nu wordt het afval de hoofdzaak en het eerste wat je ziet en waarop je let. De stad is een bijfiguur geworden. In dit geval zijn de lijnen met pen en inkt getekend. De rest is met gouache uitgewerkt. Zo is deze vorm dus heel organisch ontstaan.

Illustraties uit Vuilnisvarkens Job en Bob, Noëlle Smit, Tjibbe Veldkamp (auteur), Gottmer, 2020
Illustraties uit Vuilnisvarkens Job en Bob, Noëlle Smit, Tjibbe Veldkamp (auteur), Gottmer, 2020

Bij “De eekhoorn legt een ei en andere fabels” van Janneke Schotveld was het fijn werken omdat iedere prent een nieuwe set karakters liet zien. En het gaat om fabels, waarbij je toch de ‘clou’ een beetje wilt laten zien in de prent. Of de sfeer wil laten doorschemeren waarop de fabel reflecteert. Dit is mijn favoriete manier van werken. Telkens opnieuw een wit vel met allerlei mogelijkheden. En ik begin dan gewoon. Eerst het dier of dieren en daarna de compositie. Ik wil dat het een interessant beeld oplevert.

In het geval van de illustratie van de vos en de kraai zat het formaat van de dieren me erg in de weg. De kraai is veel kleiner in verhouding tot de vos. Daarom heb ik het kijkpunt van bovenaf gemaakt. Daardoor kon ik veel beter spelen met de dieren onderling. Ook is daardoor het stukje kaas duidelijker in beeld. Daarna is het zoeken naar de compositie en kleuren. Door mezelf een beperkt kleurenpalet op te leggen blijft de illustratie duidelijk en helder. De overlapping van de takken zorgt voor het perspectief en de schaduw op de grond en op de vos maakt het nog duidelijker. En door de bloesem in de bomen in een geeltoon te houden spelen de dieren de hoofdrol. De voorgaande prenten leken mij een te ‘zwaar’ bladerdek en bloesem hebben.

Van schets naar illustratie uit "De eekhoorn legt een ei en andere fabels" - Noëlle Smit - 2021
Van schets naar illustratie uit “De eekhoorn legt een ei en andere fabels” – Noëlle Smit – 2021
Is er veel veranderd in jouw werkproces tussen je debuut en nu?

Ik ben sinds mijn debuut efficiënter geworden tijdens het maken van een boek. Voorheen maakte ik nooit schetsen. Wel bedacht ik op losse papiertjes en schriftjes het verloop van de prenten en wat ik ongeveer wilde laten zien. Een soort storyboard, maar niet helemaal tot in detail uitgewerkt. En dan begon ik er gewoon aan! Heel intuïtief maar ook een chaotisch proces.

Dus dan was ik lekker op weg en dan waren er naar verloop van tijd meerdere tekeningen voor één spread. Geen ruimte om het boek dikker te maken. Die 12 spreads, daar moet je het mee doen (als het om een normaal formaat prentenboek gaat).

Nu schets ik eerst alles precies uit zoals ik het hebben wil. Wanneer ik en de redacteur dan tevreden zijn, begin ik pas aan de uitwerking. Dat scheelt een hoop tijd en geeft ook veel meer rust in de uitwerking van een boek.

Wat zijn echte leermomenten?

Leermomenten zijn voor mij vaak de ‘kill your darlings’. Dat je je als tekenaar soms zo blind kan staren op die ene tekening waarvan jij vind dat hij zo goed gelukt is en waarin alles klopt, en die zo mooi in balans is……..Maar die dan net de loop van het verhaal stropt, de vaart wegneemt of een stijlbreuk is. Dan is daar de redacteur of uitgever die dan roept. ‘Die moet eruit!’ En dan denk ik vaak….wat?! Waarom die? Dan zie ik pas, wanneer ik wat meer afstand heb van het werk, hoe gelijk die persoon had. En dat is qua werken heel fijn. Want het vertrouwen werkt twee kanten op. De uitgever/redacteuren laten mij redelijk vrij tijdens het maakproces. En wanneer nodig vertrouw ik volledig op hun kijk en visie.

Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken?

“Seasons” van John Burningham vind ik een geweldig prentenboek. Het spelen met materialen wat je daarin ziet. Het grove geweld van de verf hier en daar met krassen, spatten en vlekken erin. Hij weet echt de emoties die de seizoenen hebben, vast te pakken. De zon spat bijna het boek uit, zoveel geel heeft die pagina. Dat vind ik knap. Dat je bijna de warmte kan voelen.

Ook hou ik van het werk van Maurice Sendak, Tomi Ungerer. Allemaal heel erg jaren 70! Maar daar hou ik dus heel erg van. Het zijn ook de tekenaars waarnaar ik keek toen ik zelf startte met het illustreren van verhalen.

Maar ik hou bijvoorbeeld ook van nieuwer werk van Mari Kanstad Johnsen. Het vloeiende, schetsmatige en niet helemaal tot in de puntjes gedefinieerde spreekt me erg aan. Met daarbij de ‘stotende’ kleuren. Bijna naïef, bijna een soort kleurplaat, maar dat is het dus verre van. Heel mooi!

En ik hou ook van de nieuwe Tsjechische tekenaars. Heel folkloristisch en nostalgisch qua stijl en toch van nu. Het werk van Chrudos Valousek vind ik prachtig.

Het ligt ook een beetje aan de fase waar ik op dat moment zelf inzit, wat aan me blijft ‘haken’.

illustratie uit "Aan zee", Noëlle Smit, 2021
illustratie uit “Aan zee”, Noëlle Smit, 2021
Ben je momenteel weer bezig met een nieuw prentenboek?

Ik heb momenteel net “Aan zee” afgerond. Het derde deel van mijn eigen serie prentenboeken, uitgegeven door Querido. De opvolger van “Naar de markt” en “In de tuin”. De tekeningen liggen nu bij de lithograaf en vormgever. Deze serie ligt mij dicht aan het hart. Deze boeken gaan een beetje over mij.

Ik heb momenteel nog geen ideeën voor een vierde deel en wellicht blijft het bij deze drie? Maar wie weet?

Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende illustratoren?

Geen verdere tips van mijn kant…Ik ben vaak zelf nog teveel aan het ‘zoeken’ in mijn  werk. En ben nog steeds te kritisch wanneer ik een boek, net vers van de pers, in mijn handen heb.

Illustreren is gewoon een vak en hoe vaker je het doet, hoe beter je wordt. Een stijltje wordt op den duur een ‘kunstje’. Trap daar niet in. Ga op zoek naar je eigen ‘beeldtaal’. En dat kost tijd en moeite.

Wil je meer weten over Noëlle Smit en haar werk als illustrator, kijk dan ook eens op haar eigen website.

Interview Mylo Freeman

Dag Mylo Freeman, welke plek hebben prentenboeken in jouw oeuvre?

Prentenboeken vormen de hoofdmoot van mijn werk. Voor mij is het beeld erg belangrijk. Ook het werken voor kleuters vind ik ontzettend leuk. Zonder de illustraties zou ik geen boeken maken! Wel werk ik tegenwoordig ook voor een oudere doelgroep met boeken zoals ‘Over Dames en Tassen’, maar hierin zijn ook de illustraties heel belangrijk.

Kinderen hebben behoefte aan zowel spiegels als ramen. Veel gekleurde kinderen zien de wereld alleen via ramen en zij hebben spiegels nodig. Andere kinderen zien alleen spiegels en zij moeten de wereld ook door ramen leren zien.

Mylo Freeman
Mylo Freeman
Belangrijke thema’s binnen jouw prentenboeken zijn diversiteit en inclusiviteit. Merk je de afgelopen jaren een verbetering rondom deze thema’s of is er nog veel werk aan de winkel?

Diversiteit en inclusiviteit zijn sinds zo’n 15 jaar, zolang ik met prinses Arabella ben begonnen erg belangrijk. Ik zie de laatste jaren gelukkig steeds meer boeken verschijnen  waar kinderen van kleur de hoofdrol in spelen. Wat ik wel nog graag zou zien is dat er ook meer makers van kleur bijkomen, dus zowel schrijvers als illustratoren. Blijkbaar heeft dat wat meer tijd nodig, maar ik ben ervan overtuigd dat dat ook komt!

Hoe ga je te werk bij het maken van een prentenboek? Kun je jouw werkproces toelichten?

Alles begint met een idee, dat kan een verhaal zijn dat ik heb gehoord of iets dat ik online heb gezien. Ik schrijf al mijn ideeën meteen op in een schriftje, sommige worden een echt verhaal en bij andere blijft het bij een idee. Maar als ik in mijn hoofd een goed begin en een goed einde heb schrijf ik dat ook op en begin ik meteen te schetsen.

Ik werk altijd met ecoline, vaak in combinatie met bleekwater en zeezout en doe eigenlijk niks met de computer. Het afwerken van de tekeningen gebeurt met pastelkrijt en gel-pennen. Ik mail mijn uitgever mijn plan en wat schetsen en als ze enthousiast zijn ga ik aan het werk. Inmiddels is er wel zoveel vertrouwen dat ik tussendoor niets meer hoef te laten zien , ik lever het in als ik klaar ben.

Qua techniek is er niet veel veranderd, maar ik ben wel veel kritischer geworden op mijn illustraties. Ik begin niet met inkleuren voordat de tekening naar mijn idee perfect erop staat. Een leermoment is wat mij betreft als de schets niet klopt, je het ook niet meer goed krijgt met inkleuren. De schets is echt de basis en die moet helemaal kloppen.

Prinses Arabella - Mylo Freeman
De wording van Prinses Arabella – Mylo Freeman
Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken? En illustratoren en schrijvers?

Mijn favoriete prentenboek is ‘Julian is een zeemeermin’ van Jessica Love. Haar illustraties sluiten ook perfect aan bij het verhaal. Een liefdevol boek over een klein jongetje dat graag een zeemeermin wil zijn en zich verkleed met spulletjes van zijn oma..

Ook de illustraties en verhalen van Oliver Jeffers ben ik erg dol op. Grappige onvoorspelbare verhaaltjes met een leuke clou. Ondanks dat hij zijn illustraties met de computer maakt, valt dat helemaal niet op. Het ziet er altijd sprankelend uit!

 Ben je momenteel weer bezig met een nieuw prentenboek? Kun je al een tipje van de sluier oplichten?

Ik ga binnenkort beginnen aan een nieuw Arabella boek.Dat gaat “Prinses Arabella maakt muziek” heten, dus dat spreekt voor zich. Verder wil ik eind dit jaar beginnen met een prentenboek over Rembrandt en een klein zwart meisje die graag wil dat haar vader
geportretteerd wordt door hem. Daar verheug ik me ook op, want dat wordt wel echt een uitdaging!

 Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende auteurs en illustratoren?

Een tip voor illustratoren zou zijn ’teken iedere dag!’ en probeer je zo breed mogelijk te ontwikkelen.Zelf had ik vroeger nooit veel zin om een fiets te leren tekenen bijvoorbeeld, maar ik zou je aanraden dat toch te doen! Je weet maar nooit of je het kunt gebruiken voor een opdracht. Voor auteurs zou ik zeggen, hou altijd je ogen en oren open voor een eventueel verhaal. Inspiratie is overal!

Wil je meer weten over Mylo Freeman en haar werk? Neem dan ook eens kijkje op haar eigen website.

Laat maar los, Koala

Titel: Laat maar los, Koala
Tekst: Rachel Bright
Illustraties: Jim Field
Uitgeverij: Gottmer, 2017
Oorspronkelijke titel: The Koala who could, Hachette Children’s Group, 2016
Vertaling: Bette Westera
Bekroningen: Sainsbury’s Book Award en de Evening Standard Oscar’s Book Prize


Laat maar los Koala is een prentenboek van het succesvolle auteur en illustrator duo Rachel Bright en Jim Field. Zij maakten samen ook “De leeuw in de muis” en “Twee vechtende eekhoorntjes”. Laat maar los Koala kenmerkt zich weer door de prachtige illustraties van Field die naadloos aansluiten op de rijmende tekst van Bright, die door Bette Westera weer erg goed vertaald is in het Nederlands. Westera heeft het ritme van de oorspronkelijke rijm weten te behouden en daardoor leest het verhaal heerlijk voor.

spread uit Laat maar los koala, bright en field, Gottmer, 2017
spread uit “Laat maar los koala”, Rachel Bright en Jim Field, Gottmer, 2017

De illustraties zijn sfeervol en hebben de voor Field kenmerkende vrolijke en humoristische noot.  Afwisselende pagina vullende spreads en sterke typografie maken het prentenboek een feestje om te bekijken. Tip: kijk eens op de website van Jim Field om een aantal schetsen te bekijken van de illustraties van de Koala.

Het verhaal zelf is eenvoudig maar daarom niet minder goed. Een Koala die zich letterlijk vasthoudt aan zijn vertrouwde omgeving leert zijn angsten te overwinnen en ontdekt dat een nieuwe omgeving en nieuw avontuur best aangenaam kan zijn.  Een ideaal thema voor kinderen die moeite hebben met verandering en om het oude en vertrouwde los te laten.

illustratie uit "Laat maar los koala", Rachel Bright en Jim Field, Gottmer, 2017
illustratie uit “Laat maar los koala”, Rachel Bright en Jim Field, Gottmer, 2017
Het verhaal van Laat maar los, Koala

In het begin van het verhaal maken we kennis met de vertederende kleine koala die zijn boom hangt. Niets doen en dutjes daar houdt hij van. Hij is immers kampioen in stil blijven hangen. Op de grond komt hij niet. Daar is het te druk en te lawaaiig. Zo zat hij daar weken, lekker veilig in zijn boom. Totdat hij wakker schrok van een kloppend geluid van een specht. De boom breekt en kleine koala ligt op de grond. Laat maar los koala zeggen de andere dieren. En ineens heeft hij zin om leuke dingen te doen. Vrolijk en vrij gaat hij spelen en nieuwe avonturen aan.

Grappig feitje: oplettende lezers zullen zien dat de Koala het boek “De leeuw in de muis” aan het lezen is.

De NEEhoorn

Titel: De NEEhoorn
Tekst: Marc-Uwe Kling
Illustraties: Astrid Henn
Uitgeverij: Volt, 2020
Oorspronkelijke titel: Das NEINhorn, Carlsen, 2019
Vertaling: Jaap Robben
Bekroningen: LovelyBooks Lezersprijs in de categorie prentenboeken

Marc-Uwe Kling en Astrid Henn hebben met de NEEhoorn een prentenboek gemaakt die zeker in aanmerking komt voor het “prentenboek van het jaar”.  Het avontuur van de eenhoorn die zich niet thuis voelt in de zoete en ogenschijnlijk perfecte eenhoornwereld zal veel lezers doen schaterlachen.

De zoete eenhoorn wereld Marc-Uwe Kling en Astrid Henn
De zoete eenhoorn wereld uit de NEEhoorn, Marc-Uwe Kling en Astrid Henn, Volt, 2020

De NEEhoorn is geen prentenboek voor liefhebbers van lieve eenhoorns en prentenboeken met een moraal. Hoewel “jezelf zijn en vriendschap” misschien nog als thema’s aan het boek gegeven kan worden. De NEEhoorn is vooral een humoristisch prentenboek, vol kijk- en vertelplezier. Door de vele details, de kleine en soms paginagrote illustraties en het afwisselende lettertype en kleurgebruik valt er veel te ontdekken tijdens het (voor)lezen van het prentenboek. De pastelkleurige illustraties van Astrid Henn geven prachtig de zoete wereld van de eenhoorns weer en ondersteunen de deels in rijm gezette tekst, die overigens knap vertaald is uit het Duits door Jaap Robben.

Tip voor de echte prentenboek fan: koop (ook) het Duitse origineel. “NEIN” klinkt nou eenmaal lekkerder dan “NEE”.

Spread uit de NEEhoorn, Marc-Uwe Kling en Astrid Henn, Volt, 2020
Spread uit de NEEhoorn, Marc-Uwe Kling en Astrid Henn, Volt, 2020
Het verhaal van de NEEhoorn

In het zoete Hartenwoud wonen de eenhoorns vredig bij elkaar. Op een dag wordt er een mooie eenhoorn geboren. Deze eenhoorn gedraagt zich echter niet zo schattig zoals je misschien zou verwachten van een eenhoorn. Hij voelt zich niet op zijn plek en met zijn kwade ogen zegt hij overal “NEE” op. “Want dat is duidelijk en lekker kort….”. Nee tegen het gesuikerde geluksgras, nee tegen de engelen op suikerwolken, nee tegen de koddige kabouters en tegen de zeepbellenzee.

Als snel ontsnapt hij dan ook uit deze zoete sprookjesachtige wereld. Hij komt een WATbeer tegen (een dove wasbeer), ontmoet een KUS-m’n-KONT-hond (een hond die het nergens mee eens is) en samen bevrijden ze een WELLES-prinses (een prinses die altijd gelijk wil hebben). De vriendschap vormt zich en samen kunnen ze lekker chagrijnig en zichzelf zijn. Aan het einde van het verhaal wordt nog op humoristische wijze ingegaan waarom het prentenboek geen moraal heeft en zeker niet pedagogisch verantwoord is…

De neehoorn en de watbeer
De WATbeer uit de NEEhoorn, Marc-Uwe Kling en Astrid Henn, Volt, 2020

Op de laatste vier bladzijden van het boek worden nog meer vreemde en grappige dieren getoond, die de fantasie nog meer prikkelen en waarmee bijvoorbeeld een eigen verhaal gemaakt kan worden. Ken je bijvoorbeeld de WaarHommel, de Jamaarguar, de Simpelmees, de Tegenworm of de Flauwe-Vinvis al?

Interview Mark Haayema

Dag Mark Haayema, welke plek hebben prentenboeken in jouw oeuvre?

Een heel belangrijke plek. Het samenspel van tekst en illustraties vind ik ontzettend interessant. Ze moeten elkaar versterken en verrassen. Ik werk heel graag met illustratoren zoals Job van Gelder en Medy Oberendorff. Ze hebben allebei een compleet andere stijl en brengen op hun manier net dat beetje extra wat een prentenboek bijzonder maakt.

Mark Haayema met een Muk van pluche
Mark Haayema met een Muk van pluche
“Muk”, staat in de prentenboek top 10 van de prentenboek van jaar 2022. Kun je wat meer vertellen over dit prentenboek?

Muk gaat over mijn eigen hond ‘Muk’. Een vrolijke dalmatiër. Waar ik ook met hem loop, overal reageren mensen en vooral kinderen op hem. En waarom? Vanwege zijn stippen.
Dat vond ik een fijn uitgangspunt voor een prentenboek. In het eerste boekje gaat Muk opzoek naar een tiende stip. In ‘Muk krijgt een kleur’ (verschenen 6 augustus 2021) droomt Muk dat hij is ingekleurd. In januari 2022 (tijdens en na de voorleesdagen) speelt ook de voorstelling Muk in de Nederlandse en Vlaamse theaters. Ook komt er een pluche versie van Muk. Kortom, met Muk zijn we voorlopig wel zoet! De illustraties worden gemaakt door Job van Gelder en Laury Tinnemans.

Hoe ga je te werk bij het schrijven van een prentenboek?

Het idee wordt vaak geboren door een gebeurtenis in mijn omgeving. Dat kan iets groots zijn zoals een ziekte, de dood of een probleem waar ik het antwoord niet op weet. Of iets kleins zoals de stippen van mijn hond.

Het grootste gedeelte van de ontwikkeling van een verhaal gebeurt in mijn hoofd. Tijdens het wandelen, sporten of in de trein. In een schrijfboekje werk ik de grove lijn uit en zoek naar het antwoord op de vraag: ‘Hoe neem ik de lezer mee naar dat wat ik wil zeggen of daar waar ik wil eindigen’. Als ik dat helder heb, begint het echte schrijven. Dat doe ik op mijn laptop.

Het schrijven gaat puur op intuïtie. De sfeer, schrijfstijl, het tempo en de lengte kan ik nooit van te voren bepalen. Dat bepaalt wonderlijk genoeg het verhaal zelf.

Zodra ik tevreden ben met het verhaal, stuur ik deze naar de uitgeverij. Na een redactieronde gaat mijn tweede of derde versie naar de illustrator. Als hij/zij het heeft gelezen en er hopelijk al beelden bij ziet, drinken we vaak een kopje ‘vrolijks’ om de taal en beeldtaal te bespreken.

Vervolgens moet mijn verhaal even ‘borrelen’ in het hoofd van de illustrator zodat het ook haar/zijn verhaal wordt. Na een paar weken worden de eerste schetsen gemaakt. In dit proces hebben we soms heel nauw contact, wanneer ik bijvoorbeeld iets moet aanpassen en soms blijft het even stil. Dan zit ik thuis met smart en vol ongeduld te wachten op het moois.

Schetsen van Muk Mark Haayema, Job van Gelder en Laury Tinnemans
Schetsen van Muk Mark Haayema, Job van Gelder en Laury Tinnemans
Is er veel veranderd in jouw werkproces tussen je debuut en nu?

Ik denk dat ik inmiddels wat sneller een verhaal-structuur kan maken. Hoewel ik in de uitwerking soms weer wat trager bent, omdat ik wil mezelf wil blijven ontwikkelen en vernieuwen. Ik wil graag iets toevoegen aan het huidige aanbod. Waarom zou je immers iets maken wat er al is?

Ik heb twee keer een boek gemaakt in opdracht. Ik merk, hoewel ik heb geprobeerd er mijn eigen draai aan te geven, dat het niet van mij is. Dat het geen “Mark-verhalen” zijn.
Ik heb zo geleerd om enkel iets te maken waar ik volledig achter sta!

Verschilt dit werkproces veel met het schrijven van een “gewoon” kinderboek?

Het grootste verschil is dat je in een leesboek veel beeldender kan schrijven. Hoe de wereld eruitziet. Ook kun je elk moment overspringen naar een andere ‘scène’ of gebeurtenis.
In een prentenboek bepaalt het beeld heel veel. Daar is 1 spread (twee aan-een-gesloten-bladzijdes) vaak 1 scène. Anders loopt de tekst vóór op het beeld.

Een prentenboek is echt een gelijkwaardige samenwerking.

Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken?

De boeken van Jon Klassen vind ik echt briljant!
De eenvoud, de humor, de stijl… een kunstwerk!

Ben je momenteel weer bezig met een nieuw prentenboek?

Ik ben bezig met een nieuwe Muk! Je weet wel… die dalmatiër!

Tijdens de succesvolle chemo-behandelingen die ik het afgelopen half jaar kreeg, schreef ik het dichtbundeltje Word Maar Beter. Met tekeningen van Fiep Westendorp. Na dit grote succes, zijn we (Fiep Amsterdam en ik) bezig om samen weer iets moois te maken.
Verder komt in oktober 2021 Onkruid uit, een leesboek met illustraties van Mattias de Leeuw.

Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende schrijvers (van prentenboeken)?

Schrijf enkel als je de drang voelt. Niet omdat je nu eenmaal een boek wil maken.
Schrijf omdat het verhaal geschreven moet worden. Als de inhoud klopt, gaat de rest vanzelf.

Wil je meer weten over Mark Haayema en zijn werk? Neem dan ook eens kijkje op zijn eigen website

Prentenboek van het jaar 2022

“Maar eerst ving ik een monster” is verkozen tot het prentenboek van het jaar 2022. Het prentenboek is  geschreven door Tjibbe Veldkamp en geïllustreerd door Kees de Boer. Het boek is in 2020 uitgegeven door Lemniscaat.

Iedere ouder herkent het: tijd om naar bed te gaan, snel even instoppen, oké dan nog even een verhaaltje, maar kort… en dan begint het. Het uitstellen van het daadwerkelijke naar bed gaan is voor veel ouders en kinderen herkenbaar. Dit prentenboek is niet alleen om voor te lezen. Ook om samen te lezen is het erg leuk.  Tjibbe Veldkamp schreef een verhaal dat nooit uit is. Een ode aan de fantasie en de betoverende kracht van verhalen: het ideale boek voor ieder kind dat nooit genoeg voorgelezen kan worden. De paginagrote illustraties van Kees de Boer zijn gedetailleerd met monsters in alle soorten en maten, waardoor je blijft kijken en ontdekken.

Lees meer over het prentenboek van het jaar 2022 en de Nationale Voorleesdagen.

prentenboek top 10 2022
prentenboek van het jaar 2022 top 10
Prentenboek Top Tien 2022

Zoals gebruikelijk hebben de jeugdbibliothecarissen nog negen andere prentenboeken gekozen die samen de prentenboek top tien voor 2022 vormen. In deze top tien staan acht prentenboeken van Nederlandstalige schrijvers en illustratoren (hieronder cursief aangegeven)! En dat is een record!

De Prentenboek Top Tien voor De Nationale Voorleesdagen 2022 (in alfabetische volgorde):

  • Daar ben je, Hans en Monique Hagen en geïllustreerd door Charlotte Dematons (Uitgeverij Querido)
  • De koffer, Chris Naylor-Ballesteros (Uitgeverij Gottmer)
  • De ridder zonder billen, Levina van Teunenbroek en geïllustreerd door Charlotte Bruijn (Van Holkema & Warendorf)
  • Duizend-en-één paarse djellaba’s, Lisa Boersen en Hasna Elbaamrani en geïllustreerd door Annelies Vandenbosch (Uitgeverij Gottmer)
  • Heertje en Meneertje, Erik van Os en Elle van Lieshout en geïllustreerd door Jan van Lierde (Uitgeverij Rubinstein)
  • Het eiland van Olifant, Leo Timmers (Uitgeverij Querido)
  • Hey Baby, kijk!, Laura van Bouchout en geïllustreerd door Eva Mouton (Davidsfonds Infodok)
  • Maar eerst ving ik een monster, Tjibbe Veldkamp en geïllustreerd door Kees de Boer (Lemniscaat)
  • Muk, Mark Haayema en geïllustreerd door Laury Tinnemans en Job van Gelder (Uitgeverij Rubinstein)
  • Vos gaat een stukje rijden, Susanne Strasser (Hoogland & van Klaveren).

Deze prentenboeken staan centraal tijdens De Nationale Voorleesdagen van 2022. Deze worden gehouden van woensdag 26 januari tot en met zaterdag 5 februari 2022 en start traditiegetrouw met Het Nationaal Voorleesontbijt.

Bekijk ook eens alle prentenboeken van het jaar vanaf 2004 en de prentenboek top 10 vanaf 2010!

Interview kinderboekwinkel Rapunsel

In het centrum van Assen bevindt zich kinderboekwinkel Rapunsel. Of zoals ze zelf zeggen “kinderboeken en meer”, want je kunt er ook terecht voor duurzaam en educatief speelgoed.  Rapunsel is 8 jaar geleden gestart en heeft een breed assortiment met gemiddeld 5000 boeken, van 0 tot en met 16 jaar.  Prentenboek.nl sprak met de huidige eigenaar, Linda Schipper, over de winkel en prentenboeken. Want zoals Linda zelf zegt: “de prentenboeken zijn niet weg te denken in onze winkel. Prentenboeken zijn mooi om voor te lezen, om bepaalde thema’s uit te lichten of een boodschap over te brengen.”

Kinderboekwinkel Rapunsel Assen
Kinderboekwinkel Rapunsel Assen
Wat is in jouw ogen de meerwaarde van een fysieke kinderboekwinkel?

De meerwaarde van een fysieke kinderboekwinkel is onbeschrijfelijk vinden wij. Je kunt bij ons advies vragen over boeken die bij jouw kind zouden passen. Een gepast advies dat je online nooit zult vinden. Vindt een kind een bepaald boek leuk, dan kunnen wij boeken aanraden die daar op aansluiten. Zo krijg je een persoonlijker en passend advies. Juist omdat wij alleen gespecialiseerd zijn in kinderboeken kunnen we dieper op de materie ingaan.

Is het moeilijk om het hoofd boven water te houden in deze tijd?

Corona (de lockdown) is erg zwaar geweest, maar we mogen niet klagen. Maar juist door onze persoonlijke adviezen waarderen en gunnen mensen het ons echt. Er werd echt specifiek bij ons gekocht in plaats van de bekende webwinkels. Mensen gingen op zoek naar de website van hun lokale boekhandel en gelukkig hebben wij een hele mooie website waar de mensen goed mee uit de voeten kunnen.

Kinderboeken en meer… !
En sinds kort hebben jullie een eigen “affiliate programma”?

Klopt. Om de bekendheid en vindbaarheid van onze website te verbeteren hebben wij  sinds kort ook een affiliate programma. Met een affiliate programma kunnen andere websites en blogs weblinks naar onze website plaatsen. Zo krijgen wij meer online bezoekers en verkopen. De affiliate partner krijgt hiervoor een vergoeding. De meeste grotere webwinkels hebben een affiliate programma, dus wij dachten, dat kunnen wij ook. Zo steun je de lokale boekwinkel.

Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken?

Oei, daar vraag je me wat. Er zijn er wel een paar die ik erg mooi vind. “De walvis wilde meer“, van Rachel Bright,  vind ik erg mooi. Prachtige tekeningen en teksten. Een wat ouder boek, maar ook een heel mooi prentenboek vind ik “Kleine bever en de echo” van Amy MacDonald en Sarah Fox-Davies. Of de “De herfst van kleine gans” van Elli Woollard en Briony May Smith.

Nu ik erover nadenk denk ik, o ja die en die en die is ook mooi. Er zijn zoveel mooie en goede prentenboeken. Daar een keuze uit maken is eigenlijk niet te doen.

Kinderboekwinkel Rapusel binnen
Kinderboekwinkel Rapusel binnen
Gaan jullie nog speciale acties en activiteiten houden in 2021?

In 2021 hopen we dat alles weer een beetje normaliseert. Dan hopen we weer schrijvers en illustratoren te kunnen ontvangen om samen met kinderen over mooie boeken te praten.

Ook hopen we weer leuke activiteiten te kunnen doen , maar het is voor dit jaar nog even afwachten hoe het loopt. In ieder geval komt in oktober Natascha Stenvert met een leuke voorstelling over beroepen in de kinderboekenweek. Daar kijken we nu al naar uit!

Kom gezellig langs bij:

Rapunsel Kinderboeken en meer
Brink 27, 9401 HT, Assen,
Email: info@rapunsel.nl
059-2300788

Kijk hier voor een overzicht van lokale kinderboekwinkels.

Interview Meinderts en Fienieg

Dag Koos en Annette, welke plek hebben prentenboeken in jullie oeuvre?

Koos: Prentenboeken nemen een belangrijke plek in, ook in aantal. Ongemerkt hebben we zo’n tien prentenboeken gemaakt, een aanzienlijk deel van ons oeuvre.

Annette: Meer dan ‘gewone’ boeken,  waar het zwaartepunt op de tekst ligt, zijn prentenboeken van ons samen. Beeld en tekst gaan hand in hand en zijn even belangrijk. Zeker in de prentenboeken met relatief veel tekst zoals De vuurtoren, De man in de wolken en De zee van meneer Max. Voor mij zijn prentenboeken het leukst om te maken, omdat er voor mij ‘meer vlees aan zit’.

Koos Meinderts en Annette Fienieg
Koos Meinderts en Annette Fienieg
Binnenkort verschijnt jullie nieuwste prentenboek Stork. Kunnen jullie wat meer vertellen over dit prentenboek?

Annette: Stork is al een poosje klaar, maar zal pas eind april, begin mei verschijnen, als de boekhandels weer hele dagen open zijn. Hoogland & Van Klaveren heeft dat in overleg met ons besloten. We hadden gehoopt dat het boek er eind februari zou zijn, toen onze kleindochter 1 werd. We hebben het boek aan haar opgedragen. Hoogland & van Klaveren heeft toen, heel lief, gezorgd dat er toch één speciaal exemplaar was!

Koos: Stork zou je een coronaprentenboek kunnen noemen. Sinds het uitbreken van het virus fiets ik bijna dagelijkse een rondje door de polders ten noorden van Utrecht. Het wemelt daar van de ooievaars, soms tel ik er wel tien of twaalf bij elkaar in hetzelfde weiland.

De ooievaars in combinatie met een krantenbericht waarin een geboortegolf voorspeld werd van ‘coronababy’s’ bracht me op het idee van het verhaal. Al fietsend trapte ik de openingszin van Stork omhoog: “Negen maanden na de Grote Ramp toen iedereen verplicht in huis moest blijven kon ooievaarcentrale Eiber & CO het werk niet aan.” Een zin die stond als een huis, maar daarmee had ik nog geen verhaal. Dat verhaal kwam toen ik Stork bedacht, een gepensioneerde, vergeetachtige ooievaar die de centrale een handje komt helpen. Hij krijgt een baby mee, maar weet al heel gauw niet meer bij wie hij de baby moet afleveren. Samen bedachten we bij wie Stork vergeefs aanklopt, en hoe uiteindelijk alles toch op zijn pootjes terecht komt.

Illustratie uit Stork, Annette Fienieg
Illustratie uit “Stork”, Annette Fienieg, 2021, Hoogland & van Klaveren
Hoe gaan jullie te werk bij het schrijven en illustreren van een prentenboek. Kunnen jullie het werkproces toelichten?

Annette: Vaak begint het bij een idee voor een verhaal, van mij of van Koos, of van ons beiden. Koos schrijft dat natuurlijk, maar we sparren er dan wel continu over. Af en toe gaat het anders: Het regent zonlicht begon juist bij mij. Ik  maakte een stapel tekeningen die nog nergens bij hoorden. Ik gaf Koos steeds tekeningen zodra ik ze af had, en hij ‘moest’ er dan een gedicht bij schrijven. Dat werkte heel verfrissend, voor allebei. Het is nog steeds een van mijn lievelingsboeken.

Ook gebeurt het wel dat we een opdracht krijgen, zoals het boek De zee van meneer Max, het prentenboek over de schilder Max Lieberman, dat we maakten voor het Kunstmuseum in Den Haag. Dat boek zouden we niet gemaakt hebben als het ons niet was gevraagd. Het idee voor het verhaal hebben we samen verzonnen in de trein terug na de eerste vergadering in het museum.

Spread uit Liebermann De zee van meneer Max
Spread uit “Liebermann, De zee van meneer Max”, Koos Meinderts en Annette Fienieg, Leopold, 2018

Meestal zijn mijn illustraties een combinatie van pentekening en aquarel, soms, zoals bij Naar het noorden, en ook bijvoorbeeld Oliver Twist dat ik niet met Koos maakte, maar met Tiny Fisscher, werk ik met uit gekleurd papier gesneden figuren. In De zee van meneer Max heb ik met acrylverf geschilderd, in de stijl van Liebermann, maar zo dat je mijn ‘handschrift’ er nog in herkent.

Koos: Het werkproces is niet veranderd, we zijn allebei wel beter geworden. Ons eerste prentenboek Is hier de Himalaya was een prentenboek voor kleuters. Onze latere prentenboeken als De vuurtoren en De man in de wolken zijn leeftijdsloze verhalen. Hetzelfde geldt ook voor Stork, jonge kinderen zullen dat op een ander niveau begrijpen als oudere kinderen en volwassenen.

Van schets naar Illustratie, Stork, Annette Fienieg, 2021, Hoogland & van Klaveren
Van schets naar Illustratie, Stork, Annette Fienieg, 2021, Hoogland & van Klaveren
Verschilt het werkproces met het schrijven en illustreren van een ‘gewoon’ kinderboek?

Koos: Bij een ‘gewoon’ kinderboek is er meestal eerst de tekst, daarna gaat het verhaal naar Annette.

Annette: Ik kijk dan hoeveel plek er is voor illustraties, waar die moeten komen en welke techniek het best past bij het verhaal.

Koos:  Annette leest bijna per hoofdstuk mee met wat ik schrijf. Dat wil zeggen: ik lees haar voor wat ik heb geschreven. Het komt ook regelmatig voor dat ze bij een alinea ‘ergens aan blijft hangen’. Die alinea gaat dan nog een keer door de machine, niet omdat zij het zegt, maar omdat zij in (bijna) alle gevallen gelijk heeft dat er iets niet klopt, qua taal of qua inhoud.

Spread uit "Is hier de himalaya?" Meinderts en Fienieg, 1991
Spread uit “Is hier de Himalaya?” Meinderts en Fienieg, 1991, Ploegsma
Hebben jullie zelf een aantal favoriete prentenboeken? En illustratoren en schrijvers?

Koos: Ik heb geen uitgesproken favoriete illustratoren of schrijvers van prentenboeken. Er is één boek dat me na aan het hart ligt, Frederick, van Leo Lionni, een prentenboek met relatief veel tekst. Ik kreeg het boek in 1983 bij het verschijnen van mijn debuutboek Mooi Meegenomen, cadeau van Lia Reedijk, destijds eigenaar van de Utrechtse Kinderboekwinkel.  Om die reden koester ik het boek, maar zeer zeker ook vanwege het verhaal,  een ode aan de verbeelding in het algemeen en aan poëzie in het bijzonder.

Annette: Ik heb niet echt één favoriete illustrator. Ik houd van het werk van de Duitse illustrator Tilman Michalski, die overigens geen uitgesproken prentenboeken maakt. Zijn illustraties in Das grosse Familienbuch der Feste und Bräuche zijn jaloersmakend mooi.
Maurice Sendak is ook een grootheid, en ik hou ook van het werk van Thé Tjong Khing. Zijn sprookjesboeken, en tekstloze prentenboeken zijn weergaloos.

Zijn jullie momenteel bezig met een nieuw prentenboek?

Koos: In april verschijn bij uitgeverij Ekaré, El rey cerdo met illustraties van Emilio Urberuaga. Het is de Spaanse versie van Koning Varken, een prentenboek dat ik maakte met Stern Nijland. Het boek kreeg amper aandacht en werd al snel verramsjt. Dat was het dan, dacht ik, tot de Ekaré belangstelling toonde voor het verhaal. Helaas niet voor de linosnedes van Stern. Ekaré gaf de voorkeur aan Emilio Urberuaga.

Annette: We willen heel graag weer een prentenboek maken op de manier van Het regent zonlicht. Er ligt al een stapel tekeningen op Koos te wachten! Eerder wilden we al op deze manier een boek maken met portrettekeningen van mij, waarbij Koos korte verhalen zou schrijven. Ik houd erg van portretten, en maak ze graag. Ook fictieve.

Het regent zonlicht, Koos Meiderts en Annette Fienieg, 2010, Lemniscaat
Het regent zonlicht, Koos Meiderts en Annette Fienieg, 2010, Lemniscaat

Het boek is er (nog) niet gekomen, omdat Koos aan een van de portretten die ik maakte bleef hangen, en een heel boek aan de getekende jongen wijdde. Dat werd de roman Mist, die vorig jaar bij Hoogland & Van Klaveren is uitgekomen.

Momenteel zijn we bezig met het verzamelen van prenten (ik maak ook sjabloondrukken) en gedichten van Koos voor een bundel voor volwassenen, waarvan we hopen dat het wordt uit gegeven.

Hebben jullie  tot slot nog (meer) tips voor beginnende schrijvers en illustratoren (van prentenboeken)?

Annette: Ik heb af en toe atelierbezoek van mensen die illustrator willen worden of zelfs al een idee hebben voor een boek. Mijn belangrijkste tip is altijd goed te kijken in kinderboekenland. Wat vind je mooi, welke uitgever geeft de boeken uit waarmee je je verwant voelt. Bied het daar aan.

Koos: Een schrijver kun je niet worden, een schrijver ben je (of niet). Je kunt in ambachtelijke zin wel wat leren op een schrijfcursus of een schrijversvakschool, maar talent kan niet worden geleerd. Dat heb je of je hebt het niet. Een schrijfcursus kan wel helpen om een sluimerend talent aan te boren.

Wil je meer weten over het werk van Koos Meinderts? Neem dan eens een kijkje op zijn eigen website: https://www.koosmeinderts.nl.

Wil meer weten over het werk van Annette Fienieg? Neem dan eens een kijkje op haar website: https://www.annettefienieg.nl.

Picto-prentenboeken Klankenland

Annemiek Bastiaans heeft een uniek concept ontwikkeld om lezen en logopedie te combineren en aantrekkelijker te maken voor kinderen door middel van logopedische prentenboeken, zogenaamde “picto-prentenboeken”.

Picto-prentenboek Bauke
Picto-prentenboek Bauke de nieuwsgierige hond, Annemieke Bastiaans, 2019
Wat zijn “picto-prentenboeken”?

In picto-prentenboeken worden de illustraties en de gewone (voorlees)tekst ondersteund door zogenaamde picto-zinnen. Alle woorden uit een picto-zin worden boven het woord afgebeeld met een bijbehorend pictogram. Zo begrijpen kinderen het verhaal beter en gaat de zinsbouw vooruit. Daarnaast vergroten picto-zinnen het taalbegrip, ondersteunen het auditief geheugen en vergroten ze het taalgevoel. Het is tevens een leuke manier om kinderen te leren lezen.

Naast het verhaal bevatten de logopedische prentenboeken van Annemieke ondersteunende liedjes en taaldenkvragen op verschillende niveaus. Alle boeken hebben een duidelijke uitleg en achtergrondinformatie.

Annemieke heeft inmiddels vijf picto-prentenboeken binnen de serie Klankenland gemaakt:

  • Gijs het sterke paard (klanken: ie, aa, f, p, oe)
  • Lotte de dappere koe (klanken: b, v, ie, oe)
  • Bauke de nieuwsgierige hond (klanken: r, o, w, m, t)
  • Fiep en Toos gaan naar zee (klanken: ie, s, w, ee, h)
  • Kerst in Klankenland (klanken: u, a, h)
Zijn er tussen deze picto-prentenboeken behalve het verhaal en illustraties nog andere verschillen? 

Ik probeer in de boeken te zoeken naar eenvoudige vormen en de platen niet te druk te maken. De illustratie moet zoveel mogelijk overeenkomen met de tekst. De picto-prentenboeken zijn volgens mij uniek, er zijn in andere landen zover ik weet nog geen picto-prentenboeken uitgekomen. Alhoewel de Egyptenaren de eerste primeur hadden met hun beeldenschrift.

Hoe ga je te werk bij het schrijven en illustreren van een picto-prentenboek? Kun je jouw werkproces toelichten?

 Vaak beginnen mijn boeken met een liedje of lesmateriaal waar ik opdat moment mee bezig ben met een leerling. Als ik de /h/ moet aanleren bedenk ik daar een liedje over. Dat liedje vormt dan een onderdeel van mijn boek. Als ik een paar elementen heb probeer ik het verhaal aan mijzelf te vertellen. Al doende ontstaat er dan een verhaal of komt er toch een andere wending.

Omdat ik zelf vind dat ik beter kan kleien dan tekenen, klei ik mijn hoofdpersonen. Dit is zeer arbeidsintensief en daarom bewerk ik de klei-figuren nu digitaal. Mijn technieken zijn wel vooruitgegaan. De boeken worden elke keer weer een beetje mooier. De picto’s maak ik nu met de pictoschrijver.nl.

Kleipoppetje Fiep en Toos gaan naar zee
Kleipoppetje Fiep en Toos gaan naar zee
Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken? En illustratoren en schrijvers? En waarom zijn dit jouw favorieten?

Als kind leende ik uit de bibliotheek regelmatig een prentenboek over een jongen met hele grote oren. Hij kwam terecht in een tuin, waarin hij alleen de standbeelden kon horen fluisteren. Dankzij zijn grote oren redde hij de mensen die door een gemene tovenaar daar als standbeeld waren neergezet. De platen waren heel vol en er was veel te zien. De sfeer in het boek was zo spannend dat ik het eng vond, maar er ook naar toegetrokken werd. De titel kan ik mij helaas niet meer herinneren.

Ben je momenteel weer bezig met een nieuw picto-prentenboek? Kun je al een tipje van de sluier oplichten?

Ik ben al een tijd bezig met een volgend prentenboek. Fiep en Toos gaan dan samen een spel spelen. Ook heb ik al een mooi overzicht gemaakt van het huis waarin Fiep woont met alle meubeltjes erin. Ik heb laatst ook een leuke blonde jongen gekleid, misschien wordt dat wel de vriend van Aat en introduceer ik hem in mijn nieuwe boek.

Heb je tot slot nog een logopedische tip om het lezen voor kinderen aantrekkelijker te maken?

Het plezier staat centraal! Als een kind een klank, woord of picto niet weet, dan moet je het altijd zelf voorzeggen. Maar niet op een manier dat het kind het gevoel krijgt dat je het voorzegt, maar gewoon terloops.

Samen het verhaal naspelen, het dorpje nabouwen of voor elkaar thee inschenken helpt ook om een fijn gevoel bij lezen te krijgen.

Annemieke-Bastiaans
Annemieke-Bastiaans

Annemieke Bastiaans mag met recht een creatieve logopedist genoemd worden. Naast haar eigen logopedische praktijk geeft ze zangworkshops, spreekt ze commercials in en is ze regelmatig spreker op evenementen. Kijk voor meer informatie eens op haar eigen website. Je kunt hier ook direct en met korting de picto-prentenboeken van Klankenland bestellen!