Interview Ted van Lieshout

Ted van LieshoutTed, gefeliciteerd, “Boer Boris gaat naar zee” is verkozen tot Prentenboek van het jaar 2015. Wat ga je allemaal doen tijdens de Nationale Voorleesdagen

Dank je wel. Ik ga, soms samen met de illustrator Philip Hopman, soms in mijn eentje, voorlezen en vertellen op verschillende plaatsen in het land.

Hoe ben je eigenlijk op Boer Boris gekomen?

Philip (Hopman) en zijn man hebben kinderen en de oudste heet Boris. Toen hij vier was zei hij dat hij boer wilde worden. Philip vertelde dat aan mij en zei dat hij er wel een boek over wilde maken. Ik heb hem toen verrast met een verhaal. Ik dacht, vindt hij het niks, dan verzint hij zelf maar wat. Maar Philip was enthousiast, dus toen was het figuurtje Boer Boris geboren. Eerst was het de bedoeling om er een app van te maken, maar de man die daar om gevraagd had, zag niet zo veel in Boer Boris. Toen zijn we ermee naar uitgeverij Gottmer gegaan en die zagen het onmiddellijk zitten.

Pagina uit Boer Boris gaat naar Zee, Ted van Lieshout en Philip Hopman, Gottmer, 2013
Pagina uit Boer Boris gaat naar Zee, Ted van Lieshout en Philip Hopman, Gottmer, 2013

Aanvankelijk zou het een kartonnen boekje worden, maar inmiddels had ik een tweede verhaal geschreven en dat was voor iets oudere kinderen. We hebben vervolgens naar een soort tussenvorm gezocht en kwamen uit op een gewatteerd omslag. Daar waren we allebei erg enthousiast over, omdat Boer Boris een beetje stoer is, en het boek is tóch zacht. In dat tweede verhaal had ik, om Philip en zijn man een plezier te doen, het broertje en zusje van de echte Boris een rol gegeven. Philip had zo helemaal het gevoel dat het zijn eigen gezinnetje was. In zijn tekeningen heeft hij heel wat toegevoegd van de echte Boris, Berend en Sam. Ja, ze heten in het echt ook zo, maar zijn inmiddels groter dan de kinderen in de boeken.

En nu gaat hij naar zee… Wat is daar te doen?

Dit is eigenlijk het derde verhaal dat ik over Boer Boris schreef. Het zou in de zomer uitkomen, dus dit verhaal ging vóór. Boer Boris gaat erin op vakantie en wil zo ongeveer de hele boerderij meenemen. Wat ik er extra leuk aan vind is dat hij maar één dagje weggaat. Tja, dat heb je met boeren, hè? Die kunnen eigenlijk niet op vakantie.

Inmiddels zijn er ook twee nieuwe boeken verschenen in de Boer Boris reeks, “Boer Boris in de sneeuw” en “Boer Boris wil geen feest!” Boer Boris is nog lang niet uitverteld?

Ik heb wel eens voor de aardigheid een pot Boer Boris-snoep gemaakt voor Philip met een etiket erop en daarop als ingrediënten aangegeven: louter liefde. En zo is het. De serie wordt met heel veel liefde gemaakt en dat geeft ons een fijn gevoel. Wat mij betreft is het laatste deel nog niet in zicht.

De Boer Boris boeken zijn, net als veel van jouw andere boeken, op rijm geschreven. Wat trekt jou zo aan om een verhaal in rijm vorm te vertellen? En heb je nog tips?

Ik voel me thuis bij rijm. Rijm kan iets net iets humoristischer maken en het is ook fijn om voor te lezen. Het rijm en het ritme helpen je daarbij. Uitkijken moet je voor lettergrepen die je moet toevoegen of weglaten om het ritme lekker te laten lopen. Ook moet je oppassen voor rijm dat zich opdringt, zoals: “ik hou van jou, want je jurk is blauw”. Als ik merk dat ik gedwongen word een bepaald rijmwoord te gebruiken omdat er geen alternatieven zijn of omdat het erg voor de hand ligt, ga ik niet modderen, maar begin ik gewoon opnieuw.

Hoe ga jij te werk bij het schrijven van een prentenboek?

Ik heb een idee voor een verhaal en daar loop ik dan de hele dag over te denken, dus dan zingt het in mijn hoofd. Het liefst tijdens de afwas, want dat is iets waar ik verder niet bij hoef na te denken. Als ik zelf moet lachen om iets dat ik heb bedacht, weet ik dat ik op de goede weg ben. Vervolgens schrijf ik het op en dan moet het een poosje rijpen, omdat ik het na een paar dagen nog steeds goed moet vinden. Meestal schrijf ik het verhaal in delen, omdat ik regelmatig vast kom te zitten. Er moet toch iets verrassends gebeuren en dat weet ik bijna nooit in één keer.

Zit er voor jou verschil in de manier van werken als je een prentenboek schrijft ten opzichte van een boek voor oudere kinderen (met meer tekst/bladzijden).
Er is geen wezenlijk verschil, behalve dan dat het schrijven van een Boer Boris verhaal compacter werken is. Als je het leest moet het zo naturel overkomen, dat je het gevoel hebt dat ik het in een kwartier geschreven heb. Daar controleer ik ook op. Als ik merk dat het klinkt alsof ik heb zitten zwoegen, dan gooi ik het verhaal weg.

Ga je nog meer prentenboeken schrijven. Ook voor wat oudere kinderen? Boer Boris is toch voor wat jongere kinderen vanaf ca. 2 jaar. Ik mis in je oeuvre een aantal prentenboeken voor wat oudere kinderen. Hoe komt dat?

Tja, logisch, ik werk graag samen met Philip. Het fijne van Philip is dat hij alles kan tekenen, en als hij iets niet kan tekenen, dan zoekt hij uit hoe het moet en tekent het alsnog. Dat is voor mij erg prettig, want dat betekent dat ik alles kan verzinnen wat ik maar wil. Dat zou niet kunnen als ik zelf de illustrator was van een prentenboek, want er is heel veel wat ik niet kan en wil tekenen. Maar misschien komt er in de toekomst nog eens een verhaal waarbij ik denk aan een andere illustrator, maar er verschijnen op dit moment wel genoeg boeken van mij.

Wat zit er in 2015 in het vat voor Ted van Lieshout?

Daar wil ik nog niets over kwijt, behalve dan dat er een vijfde Boer Boris aankomt. Die gaat heten: “Boer Boris gaat naar de markt”. Komt tegelijkertijd in Duitsland uit, want de serie is aan de oosterburen verkocht.

Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende schrijvers (van prentenboeken)?

Veel prentenboeken in spe sneuvelen omdat de tekeningen mooi zijn, maar de teksten niet of andersom. Het zijn vooral illustratoren die prentenboeken willen maken en vaak denken ze dat ze er zelf wel een tekst bij kunnen schrijven, of ze kennen een tante die aardig kan schrijven. Dat mislukt bijna altijd. Het is ook bijna altijd een beetje tragisch. De tekenaar heeft een idee en werkt dat uit, maar heeft een schrijver nodig voor de tekst. Professionele schrijvers hebben vaak helemaal geen zin om andermans idee uit te gaan zitten schrijven. Dus dan zit zo’n illustrator met een half prentenboek dat strandt. Het is in de meeste gevallen beter om eerst werk te vinden als illustrator en gaandeweg pas te polsen of je je eigen prentenboek ergens kunt laten ontkiemen.

Meer weten over Ted van Lieshout? Neem een kijkje op zijn website. Hier vind je een ook een uitgebreide biografie en bibliografie.  Ook schrijft Ted regelmatig op zijn eigen weblog.

Eén reactie op “Interview Ted van Lieshout

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *