Interview Paula Gerritsen

Paula GerritsenPaula is geboren in Rijswijk (ZH) en woont nu in Brabant, in een mooi dorpje aan de Maas.  Ze heeft 13 jaar in de psychodiagnostiek met kinderen gewerkt. Nu werkt ze al geruime tijd als illustrator. Eerst voor tijdschriften en uiteindelijk steeds meer voor educatieve uitgevers en prentenboeken. In 2011 heeft ze de BIKopleiding gedaan (beroepskunstenaar in de klas) en verzorgt ze ook workshops en projecten op ondere andere basisscholen. Paula Gerritsen heeft een eigen website: http://www.paulagerritsen.nl/

Paula is illustrator van tal van prentenboeken waaronder:

“Een koning van niks”, “De wens”, “Noten” (tevens auteur), “Samen aan zee” en “Wit” (allen uitgegeven door Lemniscaat). “Grote Griezels”, “Wie o wie” en “Iieeek, een luis!” (allen uitgegeven door Gottmer). “Lekker weer”, “Beer” en “Nooit meer een luier” (allen uitgegeven door Kimio). “Klaas, de per ongeluk Sinterklaas”, uitgegeven door van Goor, “Bergen zand met hoedjes op” (Zwijssen) en “Al die boeken over beren” (Malmberg).

Schets en uiteindelijke omslag voor "Wit"
Schets en uiteindelijke omslag voor “Wit” (2012; met C. Kranen)


Hoe ben je “prentenboek illustrator geworden”?

Er was al een samenwerking met Erik van Os en Elle van Lieshout voor de educatieve uitgevers. Voor een nieuw boek bij Lemniscaat zochten ze nog een illustrator en hebben mij daar toen voorgesteld.

Wat was je eerste prentenboek dat werd gepubliceerd? Hoe vond je dat en hoe ging dat in zijn werk?

Dat was “Fijn feestje” met bovengenoemd schrijversduo. Om te beginnen is er een groot verschil met educatief werk omdat er, behalve met de uitgever, ook veel overleg met de schrijvers is. In plaats van kleine losse tekeningen moet er nu een echt beeldverhaal gemaakt worden. Je moet beginnen met een storyboard, waarbij je over ieder fragment na moet denken: hoe zien de figuren eruit, welke kenmerken hebben ze, in welke omgeving speelt het zich af, wat zijn de meest aansprekende momenten om te illustreren, zijn de platen gevarieerd genoeg, etc.

Aan welke prentenboeken bewaar je de beste herinneringen / op welke ben je het meest trots?

Een prentenboek maken is enorm intens, je vergroeid als het ware met het de verhalen en de personages. Daarmee staat ieder me heel erg na en kan ik daar geen keuze in maken.
Op zich ben ik wel wat trots op het prentenboek “Noten”, omdat ik daar ook zelf de tekst voor heb geschreven.

Ben je momenteel bezig aan een nieuw prentenboek? Zo ja, kun je een tipje van de sluier oplichten?

Er liggen verschillende manuscripten bij uitgevers van schrijvers die met me willen samenwerken. Dat is dus nog even afwachten.

Paula voor de klas

Heb je zelf een aantal favorieten prentenboeken? En illustratoren? En waarom zijn dit jouw favorieten?

“Tin Lin de reuzenvis” (van Klaus Kordon en The Tjong Khing) is het boek dat ik eindeloos heb voorgelezen aan m’n jongste dochter. Ik heb dat ooit als groots gebaar aan iemand weggegeven. Laatst vroeg m’n dochter (inmiddels 19 jaar) er weer om. Gelukkig heb ik bij Bol.com nog een exemplaar kunnen bemachtigen. Voordat ik zelf als illustrator ging werken was ik enorme fan (en nog steeds) van Ingrid en Dieter Schubert. Ik voelde me zo vereerd toen ik ze bij Lemniscaat-feestjes ‘gewoon’ tegenkwam. Er zijn ontzettend veel geweldige illustratoren, met zeer verschillende stijlen. Het werk van Wolf Erlbruch vind ik echt fantastisch!

Kun je iets vertellen over het illustratieproces van een prentenboek? Hoe ga jij te werk?

Na overleg en maken van een storyboard gaat het echte schetsen per plaat beginnen.
Tegenwoordig ‘schets’ ik op de computer (photoshop). Je kunt dan makkelijk schuiven, verkleinen, vergroten, omkeren etc. Ook de schetsen worden uitvoerig doorgesproken met uitgever en schrijver. De schets zet ik dan over op papier of karton.

digitale schets Paula Gerritsen voor "Samen aan Zee"
digitale schets Paula Gerritsen voor “Samen aan Zee”

Bij het schilderen moeten ook weer keuzes gemaakt worden ten aanzien kleurgebruik en techniek en stijl van werken. Daar zit wel iets of wat verschil in, hoewel mijn stijl wel herkenbaar blijft.

Wat zijn jouw favorieten materialen / technieken / media? En waarom?

Prentenboeken wil ik absoluut met de hand schilderen. Ik werk altijd met acryl, gecombineerd met krijt. Voor tijdschriften en educatieve opdrachten werk ik digitaal. Een combinatie is ook mogelijk, eerst schilderen en daarna bewerken in photoshop.

Waar moet je op letten bij het gebruik van deze materialen / technieken / media?

Acryl droogt snel. Je moet het langzaam opbouwen en uitkijken dat je niet te dik werkt. Voordeel is dat je snel door kunt werken en dat is voor mij , als ongeduldig mens, heel prettig. Ik heb heel lang op karton (grijsboard) gewerkt omdat dat precies goed het water opnam. Ik heb nu echter een goede kwaliteit acrylpapier gevonden (Schut Acryl 360gr.). Voordeel is dat je dan een witte ondergrond hebt en stukken open (en dus echt wit) kunt laten.

Heb je tot slot nog tips voor beginnende illustratoren (van prentenboeken)?

Probeer eerst tot een eigen stijl te komen, waarin je je helemaal thuis voelt. Een opdrachtgever moet er op kunnen rekenen dat het hele boek een prachtig samenhangend geheel wordt, en niet alleen maar één prachtige plaat oplevert.

De meeste prentenboeken die Paula Gerritsen heeft geillustreerd zijn nog (2e hands) te bestellen. Onder andere bij bol.com


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *